Ik vergeet die vier fases steeds
Jan is er niet meer
- Door: Doeneke
- Categorie: Doeneke Sociaal
“Waarom heeft niemand mij dit verteld?” vraagt ze wanhopig. Opnieuw slaat ons antwoord op haar vraag: “Waar is Jan?” bij haar in als een bom: “Jan is er niet meer, Jan is dood.” Ze ligt zelfs naast haar Jan als hij sterft, maar dat herinnert ze zich niet meer. Ze dementeert. Moeten we haar nog confronteren met deze kille waarheid? Of jokken we met “Jan komt zo thuis”.
Ook al voelt het als jokken, het past binnen belevingsgerichte zorg*. Dan stem je jouw benadering af op de fase van dementie. En kom je die dementerende ander tegemoet. De realiteits-oriëntatiebenadering ‘Jan is dood’ past niet langer meer bij oma. Zij zit in een volgende fase van dementie.
Er zijn vier fasen van dementie:
* De eerste fase: ‘de bedreigde-ik’. Je bent je bewust dat je vergeetachtig bent, je gevoel van eigenwaarde en zelfvertrouwen staan onder druk. Testvragen zoals ‘wat deed je gisteren?’ of een snauw ‘dat heb je al gezegd’ verergeren het gevoel van falen. Zet de ander begripvol weer op het juiste spoor. Maak het hier en nu begrijpelijk en comfortabel. ‘Gisteren liepen we door het park, fijn was dat hè?’
* De tweede fase: ‘de verdwaalde-ik’. Je begrijpt niet meer wat er om je heen en in jezelf gebeurt, het heden en het verleden lopen door elkaar en de werkelijkheid strookt niet meer met die van een ander. Hierbij past de validerende benadering; herken en bevestig de vragen en gevoelens van de ander. ‘We zoeken straks wel naar je koffer, nu gaan we gezellig samen iets drinken’.
* De derde fase: ‘het verborgen-ik’. Je raakt in een isolement omdat je je nog maar moeizaam uitdrukt. Dit vraagt om snoezelen: een combi van snuffelen en doezelen. Het prettig prikkelen van de zintuigen en daarbij heerlijk ontspannen.
* De vierde fase: ‘het verzonken-ik’. Je bent totaal hulpbehoevend. De aanpak in deze fase is net zo liefdevol als bij een baby: verzorgen, voeden en vertroetelen.
Allemaal super empathische benaderingen. Je stapt in de belevingswereld van de ander. Denk aan Jan. En bij iedereen die lijdt aan dementie speelt er eenzelfde belevingsthema: het gevoel van onveiligheid en angst. Iets missen en je weet niet eens wat …
Het zusje van mijn tante dementeert ook. Vorige week belt ze mijn tante met de mededeling dat haar man is overleden. Heel verdrietig, maar hij is rustig heengegaan. Mijn tante leeft met haar mee en wacht de rouwkaart af. Die komt niet. Deze week belt haar zusje haar opnieuw. “Vanavond gebeurt het, dan overlijdt mijn Wim, ze geven hem een spuitje.” Mijn tante reageert verbaasd: “Maar Wim is toch al dood?” Mijn tante twijfelt aan steeds meer woorden van haar zusje en langzamerhand ook aan haar eigen geheugen. Ongerust belt ze haar nichtje – de dochter van haar zusje. En inderdaad, haar vader leeft nog en krijgt vanavond zijn inslaap-spuitje. Vandaag is haar moeder wel helemaal bij de tijd. Dat dan weer wel …
Jan – Doeneke wil ‘t proberen!
* Vind hier alles over belevingsgerichte zorg bij dementie