Hoi Doeneke, ik heb ook zo’n oude Pinarella en heb hem net laten maken! Afgelopen weekend voor het eerst erop gezeten en 32 km gefietst! Super classic vergeleken met de moderne fietsen!!
Pinarello!
- Door: Doeneke
- Categorie: Doeneke Fit
“Eigenlijk is wielrennen niets voor vrouwen”, zegt mijn fietsmaatje. Vol trots en energie berijdt hij licht en soepel zijn spiksplinternieuwe Bianchi racefiets. Onder zijn flitsend kleurig wielrenshirt draagt hij een perfect zittend strak fietsbroekje. Zijn helm glanst. En zelfs zijn bidon is fantastisch mooi.
Ik zie mijzelf in zijn blauwe reflecterende glazen van zijn enorme coole zonnebril. Ik zie mijn rode bezwete hoofd, mijn witte strandpetje en mijn oude slobber t-shirt. Ik voel mijn fietsbroekje. Dat tweedehandsje zit akelig strak om mijn bovenbenen en die zeem in mijn kruis is ook niet echt comfortabel.
Ik snap zijn opmerking. Wielrennen is niets voor mij. Mijn schaamtevolle outfit. En net als hij, vind ik de fietshouding onnatuurlijk en belastend. Voor mijn rug en zeker ook voor mijn schaamstreek.
Maar ik mag mee met de jongens. Want ik heb een Pinarello! Ook al is die niet van hip carbon – toys for boys -, maar ouderwets van staal. Een Pinarello is, voor kenners, wel een ‘je-van-het-racefiets‘. Ik fiets op een raspaardje. Alweer tweedehands, maar dat is hierbij een voordeel. Dit is een klassieker.
Wielrennen heeft ook iets lekkers. Met zo’n lichte racefiets leg je snel heel wat kilometers af. En met je voeten vast in de klikpedalen duw én trek je aan de pedalen. Dat is fijn efficiënt en effectief fietsen. Je voelt spieren die je anders met fietsen niet voelt. Heerlijk!
Maar mijn Pinarello heeft geen klikpedalen meer, maar speciale platte – echte Campagnolo – trappers.
Want het lukt mij te weinig om vlak voor stilstand, mijn hak naar buiten te duwen, waardoor m’n voet loskomt van het klikpedaal. Dus val ik vaak, in stilstand, om. Geen spectaculaire racefietsval met hoge snelheid in een bocht of in een massasprint. Maar sullig en traag val ik op de fietser of auto naast mij voor een stoplicht. Griezelig en pijnlijk.
Met mijn blitse fietsmaatje maak ik een tour. Gelukkig stopt de fanatiekeling regelmatig bij een waterbron en vlak voor een klim.
Hij support mij de bergen op en belooft mij een medaille. Ik hoef geen medaille.
Ik vraag hem waar hij zijn motivatie voor zo’n klim vandaan haalt. Hij zegt dat hij zich op de top ‘superman’ voelt. Ik wil geen ‘superman’ zijn.
Waar haal ik dan mijn motivatie vandaan? De songregels ‘Fat bottomed girls, you make the rockin’ world go ‘round’ en ‘What goes up must come down’ dreunen als steunende mantra’s door mijn hoofd.
Eenmaal thuis krijg ik een bericht van mijn fietsmaatje. Zijn app toont dat we bijna 60 kilometer fietsten en een dikke 500 hoogtemeters maakten. Ik voel me trots en best een beetje ‘superwoman’.
Binnenkort zet ik mijn klikpedalen weer op mijn Pinarello en haal ik de rollerbank uit de schuur. Ik ga binnen trainen. Ik train totdat ik moeiteloos mijn voeten in- en uit de pedalen klik. Ik train totdat ik makkelijk uren in die onnatuurlijke fietshouding kan. Ik train totdat ik een puike conditie en gewicht heb, waarmee ik fluitend bergen op fiets. En voor mijn verjaardag vraag ik kekke fietskleding en een fantastisch mooie bidon.
‘Eigenlijk is wielrennen niets voor vrouwen’ …?! Tuurlijk wel!
Blijven wielrennen – Doeneke wil ’t proberen!