https://en.wikipedia.org/wiki/Conversion_disorder can be a nightmare, but to link this syndrome with hysterical is so 😖
Er is iets aan de hand
- Door: Doeneke
- Categorie: Doeneke Fit
Opeens lig ik op straat. Iets haalt me onderuit. Het blijkt een losse veter. Ik struikel over mijn eigen veter. In een onhandige reflex vang ik mezelf met mijn linkerhand op. Auw. De volgende dag ziet de jonge HAIO (Huisarts in Opleiding) het meteen: mijn pols ziet er uit als die vele polsen die ze tijdens haar coschappen op de SEH (Spoedeisende Hulp) ziet, in een schaatsweekend. “Vast een breuk”, zegt ze. Een paar uurtjes later zit ik in het gips, eigenlijk in plastic.
Ik voel me plotsklaps onhandig en onthand. Ik mis mijn minst gebruikte hand, de linker. Nu kom ik handen tekort, want twee handen maken licht werk. Ook mijn linker blijkt belangrijk. En ondergewaardeerd. Ik heb haar lief, meer dan ooit. Gezegdes vol handen poppen in me op.
Ook denk ik terug aan die man vroeger in mijn werkpraktijk. Zijn rechterhand doet het niet meer. Zonder val of andere fysieke oorzaak. Deze beperking is er sinds het overlijden van zijn zoon. Hij vertelt me over hoe erg hij zijn zoon mist. ‘Hij was mijn rechterhand in ons bedrijf.’ Deze zin vormt de sleutel. Zijn grote verdrietige gemis blijkt de oorzaak van zijn verlamde hand. Zoon weg. Rechterhand weg. Pijnlijk, prachtig en leerzaam.
Die vader lijdt aan ‘conversiehysterie’. Zo luidt dan zijn diagnose. Een akelige term die riekt naar aanstellerij. En dat is kwalijk. Gelukkig heet het nu FNS (Functioneel Neurologische Stoornis). Door hevige stress, angst of woede bereiken signalen vanuit de hersenen delen van het lichaam niet meer. Plots valt een functie van iets in het lichaam uit: iemand ziet, hoort, praat of beweegt niet meer als voorheen. Door een storing in het besturingssysteem – het brein. Vaak herstellen acceptatie, tijd en psychologische behandeling uiteindelijk zo’n defect. Ooit.
Ik heb slechts ‘een mooie breuk’. Over vier weken is mijn lijf weer als vanouds. Dan pak ik van alles weer met beide handen aan.
Vier weken – Doeneke wil ‘t poberen!