Ik ontdekte jouw blogs van de week. Ik vind ze erg fijn en prettig leerzaam.
Meneer of mevrouw Poepjes
- Door: Doeneke
- Categorie: Doeneke Erudiet

Je achternaam. Dat is toch wel een dingetje. We behandelen mensen met een exotische naam niet altijd gelijk ‘mevrouw Janssen’. Nodig jij een sollicitant uit met de achternaam ‘Poepjes’? Elke naam draag of tors je normaliter voor altijd met je mee. Gedoe over, als raar ervaren namen, begint al op de basisschool. Klasgenoten maken vaak geintjes over achternamen. Soms grappig. Soms zurig.
De familienaam van een vriendje heeft daarin een deel van een geslachtsdeel. Hij vindt ’t vreselijk. Als tiener verandert hij die rotnaam. Dat geeft een hoop bureaucratisch gelazer. Dat is ’t hem waard. Hij is blij met zijn nieuwe – heerlijk nietszeggende – achternaam. Oude jeugdvrienden in ’t dorp roepen hem op straat nog steeds na met diens rotnaam. Dagelijks even lekker dat geslachtsdeel brullen … tja.
Wie verzint zoiets? Je eigen achternaam met daarin een geslachtsdeel? Ik leer op school dat dit recalcitrant gedrag is – van burgers. Op het moment dat koning Lodewijk Napoleon Bonaparte in 1811 in Nederland aan de macht is. Wanneer hij de Code Civil bij ons invoert – het Burgerlijk Wetboek. Dat verplicht burgers registratie van een familienaam in het bevolkingsregister. Nederlanders spotten met die plicht – wat denkt die fransoos wel? Dat vertaalt zich begin 19e eeuw in spotzieke achternamen. Meneer Poepjes is opstandig. Vandaar.
En tóch … juist zo is het niet gegaan volgens historici*. Het is een mythe dat mensen in de tijd van Napoleon rare achternamen opgeven vanuit recalcitrantie. De meeste burgers dragen dan al lang een achternaam. Denk aan onze Rembrandt van Rijn – geboren in 1606. Al generaties lang een Van Rijn. Alleen die ’t’ achter ‘Rembrand’ plakt ie er zelf aan. Pure marketing bij zijn creatieve imago!
Inspiratiebronnen bij achternamen verschillen al eeuwen. Van Rijn is even fantasieloos als De Vries. Andere bronnen zijn:
Een patroniem: de naam van je vader met een extraatje erachter. In de vorm van een ‘s’, ‘z’, ‘zoon’ óf ‘dogter’; of
Een toponiem: de naam van je boerderij; of
Een alias of een bijnaam: zo’n naam waar een ander jou mee opzadelt. Zoals De Lange; of
Een buitenlandse naam: een naam afkomstig uit migratie.
Ambtenaren belast met registratie houden niet van exotisch gedoe. Voor het gemak past zo’n medewerker van de burgerlijke stand deze vreemde, ingewikkelde namen zélf wel eventjes aan. Naar iets Nederlands. Wel zo praktisch. Zo wordt ‘Jean-Louis Clothen’ gewoon ‘Jan Kloten’.
In Duitsland pakken ze het net wat anders aan. Zij maken zich als een jantje-van-leiden massaal af van elke Franse achternaam. Ben jij de trotse drager van zo’n prachtige – over die grens onuitspreekbare – Franse naam? Eenheidsworst is daar het devies voor elke Fransman die zijn vaderland ontvlucht – veelal vanwege geloofsredenen**. Wijziging van die historische achternamen verloopt erg eenvoudig. Dat werkt met precies één Duitse verzamelnaam in dat nieuwe thuisland: ‘Franzmann’.
Gewoon exotisch – Doeneke wil ‘t proberen!
** hugenoten