Ik zie wel wat ik tegenkom! perfecte levenshouding toch, Joke gaat het proberen
Aan de kant!
- Door: Doeneke
- Categorie: Doeneke Sociaal
‘Schijnheil!’ foeter ik in mezelf. Zo’n parmantig rechtop zittende 70+-fietser haalt mij moeiteloos in. Snel scan ik haar fiets op dat geniepige elektrische hulpmotortje. Bingo! Onze forse tegenwind heeft geen vat op haar. Soepeltjes trapt ze de pedalen rond. Allemaal fake, weet ik. Zij heeft zo’n fiets met elektrische ondersteuning. Bah! Ik fiets tenminste écht. Ik trap me suf. Ik ben mijn eigen motor.
Slaat mijn gemopper over elektrische fietsers ergens op? Dat aantal – elektrische – medeweggebruikers neemt exponentieel toe. Het zijn er heel veel. Te veel? Welnee! Dit is juist geweldig nieuws, begrijp ik van een hoogleraar op televisie. Want deze fietsers zijn ‘eigenlijk’ automobilisten. En in plaats van een ritje met hun auto, pakken ze nu steeds vaker hun elektrische fiets. Da’s top!
Een automobilist verleid je gemakkelijker tot het gebruik van een (elektrische) fiets dan dat hij overstapt naar het openbaar vervoer. Daarom is cycle-oriented-development van steden fijn in opmars. De fiets als basis én baas in het verkeer. Zoals in Houten*. Fantastisch! Dé verkeersader in zo’n stad is dan een conflictvrij fietspad. Een fietspad waarop je lekker doorfietst. Zonder obstakels. Zo’n prachtig concept vraagt om een grootse basishouding van de fietsers. Eentje zonder onderling gefoeter.
Ik leer dé ideale basishouding, voor op het conflictvrije fietspad, bij een oefening in een training. Met z’n twaalven lopen we achteruit én met onze ogen dicht door elkaar in een klein zaaltje.
In de eerste ronde nemen we de ‘sorry’– houding aan. Dat wordt een onduidelijk en wiebelig zooitje.
In de tweede ronde is onze houding ‘aan de kant’. Er hangt direct een agressieve sfeer en we botsen irritant en veel tegen elkaar op.
Onze laatste houding is ‘ik zie wel wat ik tegenkom’. Wow! Deze werkt perfect! Als vanzelf tovert die mindset een ontspannen glimlach op onze gezichten. Heel natuurlijk lopen we door elkaar en een beetje tegen elkaar op. Elk contact verloopt lekker soepeltjes. En plant iemand een elleboog in mijn zij?
Ah, oké …
Dus hup op mijn fiets op het – nu nog conflictrijke – fietspad, oefen ik alvast de ‘ik zie wel wat ik tegenkom’– houding. En passeert mij zo’n schijnheilige fietser met een hulpmotortje? Ah, oké …!
Oefenen – Doeneke wil ‘t proberen!