Stop! Hou op!
- Door: Doeneke
- Categorie: Doeneke Sociaal
“Stop hou op ik vind het niet meer leuk!” zegt ze. Hij dolt met haar. Voor de leuk. Zij is drie. Hij is in de vijftig. Hij stopt meteen. Haar zin is super effectief. Wow! Die zin heeft iets magisch.
De neutrale-ik-boodschap ‘stophouopikvindhetnietmeerleuk’ leren kinderen al vroeg. Op het kinderdagverblijf. En in groep 1 van de basisschool. Hoe je voor jezelf opkomt. Hoe je je grens aangeeft. Super! Deze zin geeft een goeie draai aan scheve machtsverhoudingen.
Kinderen brengen het meteen in de praktijk. En al snel best veel. Te pas en soms te onpas dreunen ze het standaard wijsje ‘stophouopikvindhetnietmeerleuk’ naar elkaar op. En dan verwatert ’t effect. Concreter werkt beter. Waar wil je dat de ander mee stopt? En zo leren ze de 2.0: ‘‘Stop hou op! Ik vind het niet leuk dat je me kietelt.”
Omdat je emotie jou vertelt wat er belangrijk voor jou is, stop je deze ook in de zin. En da’s nog niet zo makkelijk. Hoe herken en benoem je emoties? Ben je blij, bang, boos of bedroefd? Heb je die emotie, dan kom je bij 3.0: ‘‘Stop, hou op! Ik word bang omdat je me kietelt.” Deze 3.0 komt nog vaker nog beter binnen bij de ander en biedt een opening tot overleg en een oplossing.
Versie 4.0 bevat ook nog het ingrediënt ‘wat wil je wél’. Doe niet zus, maar wel zo. Je koppelt niet zus dit-is-mijn-grens: ‘Stop, hou op. Ik word bang omdat je me kietelt’ aan zo ‘ik wil wel dat je met me huppelt.’ Die versie van ‘stophouopikvindhetnietmeerleuk’ is niet alleen voor kids. Verwoorden van wat je waarom wanneer hoe wel of niet wilt is ook voor volwassenen soms pittig lastig.
‘Stop hou op’ als eerste redmiddel bij dreigende grensoverschrijding leer ik van die driejarige. Super zinvol, jong geleerd en oud gedaan.
Niveau 4.0 – Doeneke wil ‘t proberen!
Geen reacties