‘Ik ken jou niet. Ga weg! Ik zoek mijn man!’ Fel kijkt ze haar echtgenoot aan.
Ze heeft het syndroom van Capgras. Een dubbelgangerswaan.
Zij herkent de uiterlijke kenmerken van haar man wel, maar zijn identiteit niet. Hij voelt niet meer vertrouwd. Zij denkt dat hij een dubbelganger is. En zijn dubbelganger vertrouwt zij niet.
Stel je voor je bent haar. Stel je voor je bent hem. Verschrikkelijk ontregelend en angstaanjagend.
Deze dubbelgangerswaan gaat vaak gepaard met visuele hallucinaties. Het is een ernstige vorm.
Een waan of hallucinatie
Bij een waan komen de gedachten van iemand niet overeen met de werkelijkheid. Iemand ziet hetzelfde als anderen, maar verbindt er verkeerde conclusies aan.
Bij een hallucinatie hoort, ziet, voelt, proeft of ruikt iemand dingen die er in werkelijkheid niet zijn.
Oorzaken van een waan en/of hallucinatie
Wanen en hallucinaties komen bij verschillende psychische en neurologische aandoeningen voor. Bijvoorbeeld bij depressies, anorexia nervosa, Alzheimer, Parkinson en multiple sclerose.
Maar heb je een waan of hallucinatie, dan betekent het niet dat je een stoornis of aandoening hebt.
Iedereen heeft wel eens zo’n vreemde ervaring. Een waan of hallucinatie in milde vorm. Gewoon als je gezond bent en mentaal goed functioneert. Het stopcontact dat een mannetje wordt. Die engerd die je achtervolgt. Dat stemmetje in je hoofd …
En ook een trigger – zoals slaaptekort, uitputting en spanningen – verstoort zomaar de verwerking van emotionele prikkels, waardoor een waan of hallucinatie ontstaat.
Hoe ga je om met een waan en/of hallucinatie
Bij jezelf
Lukt het je niet meer om te toetsen of zo’n vreemde ervaring waar is of niet? En belemmert zo’n waan of hallucinatie jou in je functioneren? Zoek dan hulp.
Bij een ander
Het kan dus zo maar gebeuren dat iemand in jouw bijzijn een waan of hallucinatie heeft. Privé en op ’t werk. En hierdoor van slag raakt. Wat te doen? Het sleutelwoord is meeveren.
Meeveren zoals je dat leert in een goede training. Dé wijze waarop je weerstand ombuigt. Bij een klant, een cliënt, een zorgvrager, een collega of een naaste. Niet meteen lekker in de discussie- of overtuigmodus. Nee, eerst even een pas op de plaats. En dan beweeg je mee. Je luistert en stelt vragen. Je erkent en onderzoekt oprecht het perspectief van de ander. En zet jouw perspectief ernaast. Van tegen naar samen. Nóg lekkerder!
Bij een waan of hallucinatie situatie doe je dit zo:
1 – Creëer een rustige omgeving
2 – Luister naar wat diegene ervaart
3 – Zeg dat je met diegene meevoelt
4 – Zeg daarbij dat jij niet ervaart wat diegene ervaart
5 – Besef dat de ervaring voor diegene werkelijkheid is – ga niet in discussie!
6 – Blijf bij diegene totdat het voorbij is en/of zoek hulp – wees open over wat je gaat doen
Meeveren kan de man van de vrouw – met de dubbelgangerswaan – niet meer. Het wantrouwen naar hem, ‘die dubbelganger’, groeit en de situatie thuis is te gevaarlijk. Onlangs bracht hij zijn vrouw naar een instelling.
Dat is verdrietig en verstandig. Want de belangrijkste tip bij omgaan met wanen en hallucinaties is gewoon: zorg goed voor jezelf en voor die ander!
Gewoon luisteren – Doeneke wil ’t proberen!
*Alle foto’s zijn van Pierre Pinkse -> bekijk hier zijn werk en lees hier het interview met Pierre